Fiets houdt Amsterdam leefbaar

25 Jaar lang zijn Amsterdammers ondervraagd over hun verplaatsingsgedrag. Naar aanleiding van deze huishoudenquêtes is een analyse gemaakt van trends en ontwikkelingen in het verkeer en vervoer in en rond Amsterdam.
Hieruit kunnen twee hoofdconclusies worden getrokken, aldus het rapport. De eerste is dat de groei van de mobiliteit redelijk goed is opgevangen. Amsterdam is in de afgelopen 25 jaar qua inwoners en arbeidsplaatsen aanzienlijk gegroeid. ‘Met wat goede wil kun je constateren dat de stad er redelijk in is geslaagd om de effecten hiervan op te vangen.’
Vooral de groei van het fietsverkeer voorkwam dat het verkeer vastliep en dat de stad onleefbaar werd. Het parkeerbeleid speelde hierin een voorname rol.

Van en naar de stad nam het openbaar vervoer een flink deel van de mobiliteitsgroei voor haar rekening. De files zijn daarmee niet opgelost, maar een enorme toename ervan is voorkomen. Dit ondanks het feit dat niet alle voorgenomen investeringen in de infrastructuur volgens planning zijn gerealiseerd.

Maar, constateert het rapport ook, de doelstellingen uit het verleden zijn niet gehaald. De groei van het aantal verplaatsingen bleef beperkt, maar de afgelegde afstanden namen fors toe. Het gebruik van het regionale openbaar groeide flink, maar dat voorkwam niet dat met name de regionale automobiliteit en daarmee de overlast van files aanzienlijk steeg. Het aantal inwoners – en dus ook de omvang van de beroepsbevolking – is in de regio minder toegenomen dan het aantal arbeidsplaatsen.

Werknemers komen van steeds verder om alle banen te vervullen. Bovendien is de verdeling van de groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in de regio scheef geweest. Daardoor moet er ook binnen de regio veel gereisd worden. Het gevolg: niet alleen de wegen staan in de spits overvol, maar ook het openbaar vervoer kan de vraag niet altijd aan.

Belangrijkste invloedsfactoren om de mobiliteit te beïnvloeden zijn voor de overheid het ruimtelijk beleid ten aanzien van nieuwe woon-, werk- en voorzieningenlocaties en het beleid ten aanzien van de verschillende vervoermiddelen, aldus concluderen de opstellers van het rapport. Wat het ruimtelijk beleid betreft, maken de voornemens in de huidige structuurvisies een meer beheerste ontwikkeling van mobiliteit mogelijk. Het accent ligt namelijk op meer geconcentreerde ontwikkelingen op en rond OV- knooppunten en op meer evenwicht in wonen en werken per deelgebied. Voor het beleid gericht op modaliteitkeuzes ligt het accent op het verder verbeteren van fiets en OV, bijvoorbeeld door goede stallingvoorzieningen en voldoende capaciteit.


Terug naar de voorpagina


sharethis