Inhoud

NOTA VOORWAARDEN EN INRICHTINGSEISEN FIETSSTRATEN

Versie 14 juni 2018

De Fietsersbond Amsterdam heeft lang gewacht op de uitkomsten van het landelijke CROW- onderzoek naar fietsstraten wat betreft de relatie met motorvoertuigintensiteiten. Eind 2017 is duidelijk geworden dat er geen duidelijke conclusies uit dat onderzoek komen.
In een paper van DTV-consultants komt alleen naar voren wat de maximale auto-intensiteit per uur mag zijn om bij verschillende rijbaanbreedtes een bepaald rapportcijfer van fietsers te krijgen.

In de huidige Amsterdamse richtlijnen voor fietsstraten volgens de CVC-Leidraad is 2.500 mvt/etmaal de bovengrens voor de auto-intensiteit op een fietsstraat. Dat komt grofweg overeen met 250 motorvoertuigen in het drukste uur. Uit de grafiek in het DTV-paper blijkt dat:

  • bij een intensiteit van 250 mvt/uur de rijbaanbreedte minimaal 6,5 meter moet bedragen om
  • een rapportcijfer 7 te kunnen scoren;
  • het bij een intensiteit van 250 mvt/uur onmogelijk is om een rapportcijfer 7,5 te scoren.

De Fietsersbond vindt het zeer onbevredigend dat hierbij zowel in de CVC-leidraad als in de CROW- stukken geen onderscheid wordt gemaakt tussen fietsstraten met eenrichtingverkeer voor auto’s, want het is duidelijk dat dat veel verschil maakt.

Vooralsnog gaat de Fietsersbond ervan uit dat bij eenrichtingverkeer voor auto’s 2500 motorvoertuigen per etmaal de absolute bovengrens moet blijven in de CVC-richtlijnen, maar dat 2000 motorvoertuigen per etmaal het wenselijke maximum is. Voor tweerichtingstraten zullen veel lagere intensiteiten gehanteerd moeten worden. Wat betreft de benodigde breedte voor fietsduo’s heeft de Fietsersbond een test gedaan op de fietsstraat Sarphatistraat waaruit blijkt dat inhalen van fietsduo’s door personenauto’s daar wel kan, maar dat net iets meer ruimte nodig is om zich daarbij comfortabel te voelen.
Dit leidt tot de conclusie dat 4.00 m de minimumbreedte is voor een eenrichting fietsstraat, exclusief rabatstrook/schampstrook.


sharethis