Fietsers die in het verkeer ernstig gewond raken, zijn meestal betrokken bij een ongeval bij daglicht, omdat er dan het meest gefietst wordt. Maar in het donker vallen relatief meer slachtoffers dan bij daglicht.
In het donker 's morgens (tussen middernacht en het begin van de ochtendschemer) is het risico het hoogst. Dit geldt zowel voor fietsongevallen met een motorvoertuig, als voor fietsongevallen waarbij geen motorvoertuig betrokken was. Dit is een van de conclusies uit het onderzoeksrapport Hoe gevaarlijk is fietsen in het donker? van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV.
De SWOV concludeert dit op basis van de fietsongevallen tussen 1993 en 2008. Het totale aantal fietsers dat ernstig gewond raakte door een ongeval waarbij geen gemotoriseerd voertuig betrokken was, steeg in die periode van vijf- naar achtduizend. Het percentage ongevallen dat in het donker plaatsvond, steeg van 13 naar 23 procent. Dit gaat om botsingen met andere fietsers en voetgangers, maar ook om ongelukken waarbij geen andere partij betrokken is.
Gebleken is dat het met name voor 18-29-jarigen onveilig is om in het donker te fietsen (ten opzichte van de hun totale risico). Er zijn wel duidelijke aanwijzingen dat bij deze groep niet alleen het feit dat het donker is, maar ook alcoholgebruik een rol speelt in het hoge risico. Een van de aanbevelingen is dan ook “beleid te ontwikkelen om 'fietsen onder invloed' tegen te gaan.”
Overigens is de relatie tussen het voeren van fietsverlichting (en de kwaliteit van deze verlichting) en het risico van fietsen bij schemer en duisternis in dit onderzoek niet onderzocht. Dit is ook moeilijk te onderzoeken, omdat niet bekend is of de fietsers die betrokken zijn bij ongevallen al dan niet licht voerden.
Het is verder interessant uit te zoeken wat de verklaring kan zijn
voor het feit dat het risico voor fietsers in niet-motorvoertuigongevallen hoger is dan het risico voor fietsers in motorvoertuigongevallen.