Deze route is een speciale “groen-route” die het stadsdeel Noord heeft gemaakt om het toerisme in het stadsdeel te bevorderen.
Inwoners van Amsterdam-Noord hoeven in het weekeinde niet naar de Veluwe om zich buiten te voelen. Ze kunnen daarvoor in hun eigen stadsdeel terecht. Je vindt er ruige wildernis met loslopende Schotse schapen, oude polders met schitterende lintdorpen, lanen vol statige en soms exotische bomen, het oudste bos van Amsterdam en de weidse veenvlakten van Waterland. De beste manier om die plekken te bezoeken is om op een mooie dag de fiets te pakken en onderstaande route af te leggen. U ziet dan niet alle mooie plekken van Amsterdam-Noord, dat zijn er teveel, maar wel de meest opvallende en spectaculaire. U zult voortdurend het gevoel hebben dat u ergens ver weg buiten fietst. En toch zit u nooit verder dan een paar kilometer van de Dam…
Deze fietstocht door Amsterdam-Noord is 25 kilometer lang. De gemiddelde fietser is ongeveer anderhalf uur zoet met het afleggen van 25 kilometer. Rekenen we afstappen, rondkijken en koffie drinken mee dan bent u al gauw een ochtend of middag kwijt. Wat die koffie betreft: Noord is rijk aan groen, maar arm aan horeca. Langs de route zijn slechts enkele cafés te vinden. Sommige daarvan zijn op zondag dicht. Halverwege de route, op de Nieuwendammerdijk, ligt gelukkig café Het Sluisje, met prachtig terras. Dat gaat op zondag om 12.00 open. Op het Buikslotermeerplein, aan de kant van het Stadsdeelhuis, zijn altijd wel enkele cafés open. De tocht begint en eindigt bij het Stadsdeelhuis.
We starten bij het stadsdeelhuis aan het Buikslotermeerplein. Daar zitten opvallend veel konijnen in allerlei kleuren. Mensen zetten hier blijkbaar graag hun te groot geworden huisdier uit, misschien met de gedachte dat de stadsdeel-ambtenaren er dan een oogje op kunnen houden. De konijnen houden het gras kort en spelen 's avonds op het lege parkeerterrein. Hun holen maken ze in het dicht begroeide talud van de Nieuwe Leeuwarderweg. We verlaten het parkeerterrein van het stadsdeelhuis en gaan i meteen links het fietspad op. Volg voorlopig de bordjes Twiske. Na de brug over het Noordhollands kanaal nemen we meteen het fietspad links naar beneden en gaan dan naar rechts onder de weg door. De groenstrook onderlangs de IJdoornlaan geeft meteen een landelijk gevoel. Een brede waterpartij met riet en spetterende eenden. Veel verschillende bomen: es, els, abeel, populier, treurwilg, noem maar op. Aan het einde gaan we rechtsaf (Vikingpad), later weer links (Kadoelenpad). Hier dringt Waterland diep de stad in. De Nieuwe Gouw is een echte veenweidestroom, met links en rechts brede rietgordels waarin Futen en Kleine Karekieten broeden. Die Karekieten, schuwe bruine vogeltjes, zult u niet zien maar in de zomer wel horen: een blikkerig krassend geluid. Mooi is het niet, wel sfeervol. Sfeervol is ook het landschap van Kadoelen. Met zijn maneges, sportvelden, volkstuinen en oude boerderijen met schapen heeft het een echt stadsrandkarakter. Een beetje chaotisch. Niet zo aangeharkt. Goed dat er plekken zijn waar je nog verrast kan worden.
Waar het Kadoelenpad eindigt gaan we linksaf de Kadoelenweg op. Verlaat hier de route naar het Twiske, daar gaat u maar een andere keer heen. De bebouwing langs de Kadoelenweg heeft het karakter van een lintdorp. Huizen om jaloers op te worden, statige platanen langs de weg. Op nummer 221 zit “De leggende Os”, een dierenbegraafplaats waar je ook kan rondwandelen. Dat levert niet zoveel op: de begroeiing heeft duidelijk nog wat jaartjes nodig om echt aardig te worden. Fietst u hier voorlopig maar door. Bij het einde van de Kadoelenweg naar rechts, Landsmeerderdijk. Even verderop krijgt u plotseling zicht op een diep liggende polder, de Wilmkebreek. Een prachtig rond poldertje waar sinds de zeventiende eeuw vrijwel niets aan veranderd is. In het voorjaar roepen hier grutto's, scholeksters, kieviten en tureluurs. In de zomer zoeken lepelaars naar stekelbaarsjes in de heldere sloten. Jammer dat je niet door die sappige weilanden mag lopen: maar tegelijk is dat de redding van het dierenleven in dit cultuurmonument. U blijft op de dijk die Tuindorp Oostzaan van de Molenwijk scheidt. Links liggen grote dijkhuizen met soms ingangen op twee straatniveaus. Rechts de flats van de Molenwijk, ooit opgezet als voorstudie voor de Bijlmer.
De Bijlmer mislukte, de Molenwijk niet: de bewoners zijn erg tevreden met de groene opzet van de wijk. Nu wordt het even zoeken. Vervolg de Oostzanerdijk, steek de Appelweg over. Bij een omlaaggaand tegelpaadje gaat u links en meteen weer even naar rechts om op de grotere weg weer naar links te gaan (Kometensingel). Blijf de Kometensingel volgen, ook als deze een bocht van 90 graden maakt. Aan het einde van de Kometensingel, ter hoogte van de Vegastraat en vlakbij de autoweg ziet u rechts een klein trappetje. Daarachter een | hek: “extensieve begrazing”. Fiets op slot zetten of aan de hand meenemen, hekje door en u bent in het domein van de Soay-schapen. Deze slanke, bruine schapen met hun grote hoorns komen oorspronkelijk van het Schotse enand Soay. Het zijn taaie dieren die het hele jaar zonder enige bijvoedenng buiten kunnen blijven. In dit parkje voeren zij sinds vijf jaar het beheer Ze grazen hier wat, laten daar wat staan: knabbelen aan bomen, trappen kuilen in de grond en poepen erop los. Daardoor ontstaat een uiterst gevarieerde begroeiing. Dit is geen keurig stadsparkje, dit is wilde oernatuur. Er zijn plekken met distels en brandnetels waar het wemelt van de vlinders. Vlak daarnaast gladgegraasde weitjes. Meidoorns waarvan de onderkant keurig is geschoren tot schaapstahoogte - ongeveer een meter. Een dode berk ligt half over het water. In de grote wilgen roept soms de grote bonte specht. Libellen, kikkers, salamanders en allerlei muizen vinden onderdak in deze woestenij. U wordt verzocht de beheerders niet te voeren. Juist hun natuurlijke graasgedrag zorgt voor deze aangename afwisseling. Ze hebben u niet nodig: de schapen zijn in prima conditie en krijgen elk jaar jongen. Verlaat het park en zorg dat u op de Meteorenweg terecht komt. Die volgt u over de rustige parallelweg naar het oosten. Verbaas u over de soms bizarre woningbouw langs deze typisch Noordse weg en volg de parallelweg aan het einde naar rechts. Onder de autoweg door, naar links naar boven fietsen: hier begint de Klaprozenweg die u volgt over de brug over Zijkanaal 1 tot aan het stoplicht.
Aan uw rechterhand ligt het Cornelis Douwesterrein. Als het aan de gemeente ligt gaat over tien jaar heel Amsterdam hier haar toe: om te werken, uit te gaan, te wandelen langs het IJ of omdat ze er wonen. Nu is het nog een bedrijventerrein met grote fabriekshallen, roestende tankers en de mooiste vergezichten van de stad. Bij het stoplicht steekt u over. Bij de Halfords oversteken richting Febo, rechtsaf fietspad op, weer rechts onder de weg door, ietsje links en dan weer rechts onder het viaduct door: de bordjes “centrum via park” volgen.U komt op de Buiksloterdijk, met zijn markante mini-grachtenpandjes. Dit is een van de meest karakteristieke onderdelen van de oude Waterlandse Zeedijk, die van oost naar west dwars door Noord loopt. Let ook even op de sloot: die is aan de zijkanten erg ondiep. Daardoor ontstond een brede begroeiing met lisdoddes (rietsigaren). Daar broeden meerkoeten en waterhoentjes tussen. De vissen waarderen die begroeiing ook. Ze kunnen er paaien en eitjes afzetten.
Voor het Noordhollands Kanaal slaat u rechtsaf. Dit fietspad loopt langs het kanaal en door het Florapark. Enorme monumentale iepen omlijsten het pad. Deze iepen steken hun soortgenoten langs de Amsterdamse grachten naar de kroon. Het Florapark heeft meer mooie bomen te bieden. In dit park uit 1921 kunt u met enig zoeken de doodsbeenderenboom vinden, de amberboom, de trompetboom met zijn langwerpige peulen. Er is een rosarium, overdag hoort u er roodborstjes, winterkoninkjes en zwartkoppen. s Nachts is het verbazend donker en ritselen egels door het struikgewas. Aan de overkant van het kanaal ziet u het Volewijkspark liggen. Daar zijn verbazend weinig mensen. Door de aanleg van de Nieuwe Leeuwarderweg werd dit park in 1968 in tweeën gehakt. De twee resterende groenstroken stellen weinig voor. Het Volewijkspark is een verknipt, lawaaiig en slecht bereikbaar gebied. Dat gaat veranderen. Het stadsdeel wil de twee stroken Volewijkspark met elkaar en met het Florapark verbinden tot één groot groengebied: Central Park Noord.
De Nieuwe Leeuwarderweg wordt verlaagd. De verlaagde weg en het Noordhollands kanaal worden dan overkluisd met groene dekken en bruggen. Hierdoor ontstaat een park dat het Vondelpark naar de kroon kan steken en dat veel meer gebruiksmogelijkheden biedt en veel meer kansen voor de natuur. Rijk, centrale stad en stadsdeel gaan samen het nieuwe park betalen. In 2010 moeten we al een aardig eind op weg zijn. Om van het Florapark in het Volewijkspark te komen moeten we een paar rare toeren uithalen. Fiets door tot de tweede brug over het kanaal: Kraaienplein. Na de brug meteen linksaf: Adelaarsweg. Volg het vrijliggende fietspad, dat gaat na de onderdoorgang door een sliert Volewijkspark. Voor de fraaie vijver rechtsaf, op het plein rechts: Meeuwenlaan en oversteken richting Vliegenbos. Volg voorlopig de routebordjes “ Schellingwouderoute”, die gaan u door het Vliegenbos loodsen. Het Vliegenbos werd in 1916 geplant als een “Bosch voor den arbeiders” op initiatief van de socialistische wethouder W.H. Vliegen. Een woest woud moest het worden, een woud dat de fantasie prikkelt, met romantische, slingerende waterlopen. Dat is uiteindelijk prima gelukt. In de oorlog verdween zo ongeveer het hele Vliegenbos in Amsterdamse kachels, maar daarna liepen de boomstompen gewoon weer uit. In de jaren tachtig startten de beheerders hier met natuurlijk bosbeheer, waarbij dode bomen mogen blijven liggen en jonge bomen massaal omhoog mogen schieten zonder meteen gedund te worden. Het resultaat: het Vliegenbos voelt als een echt bos. Met grote iepen, met een woeste onderbegroeiing, met open plekken in het bos waar jonge bomen hun kans grijpen. Spechten, roofvogels, een reigerkolonie met 50 nesten. Een bos om trots op te zijn. De bordjes “Schellingwouderoute” brengen u op de Nieuwendammerdijk.
In de fraaie dijkhuizen wonen opvallend veel kunstenaars. Zij organiseren elk jaar een fietstocht waarbij u hun ateliers kunt bezichtigen. Maar daar komen we nu niet voor. We komen voor groen, bijvoorbeeld voor de beroemde boom van Honekamp. Ga even het Meerpad in naar links en u krijgt aan de linkerhand zicht op een enorme paardekastanje. Het bijzondere aan deze boom is dat hij in een huis staat. Toen Honekamp hier zijn lijstenmakerij begon kon hij het niet over zijn hart verkrijgen om de 150 jaar oude boom te kappen. Hij bouwde zijn atelier om de boom heen. De stam staat op de werkvloer, de wortels zitten eronder, de kroon steekt door het dak. De boom staat op de nationale lijst van monumentale bomen en doet het prima. Het stadsdeel betaalt mee aan het onderhoud. Het stadsdeel is bezig om een inventarisatie van monumentale bomen in Amsterdam-Noord af te ronden. Iedereen kon kandidaat-monumentale bomen aandragen, waarna een commissie van deskundigen en bewoners vaststelde wat nu echt de monumentale bomen zijn die extra aandacht en bescherming behoeven. Die lijst wordt najaar 2002 bekend gemaakt. Verlaat de Nieuwendammerdijk na de kerk naar links, Nieuwendammerstraat en ga daarna naar rechts: het Purmerplein ligt voor u. Hier krijgt u een aardig beeld van het rijke Noordse bomenbestand. Langs de Purmerweg staan grote rode kastanjes. Daarnaast op een grasveld staan vleugelnoten. Het Purmerplein zelf wordt omlijst door leilindes. Allemaal boomsoorten die zorg behoeven. Noord heeft daartoe een eigen bomenploeg. die zorgt voor het onderhoud en voor de uitvoering van het bomenstructuurplan van het stadsdeel. Op deze Purmerweg gaat de bomenploeg een proef nemen om de kastanjes meer levenskansen te bieden. Ingegraven kratten moeten de boomwortels meer ruimte geven in de zee van asfalt en steen. Aan het einde van het plein rechtsaf, Monnikendammerweg. Hier staan moerascypressen, Amerikaanse bomen die het hier ook heel goed doen. We gaan linksaf om de Schellingwouderbreek heen, Zuiderzeeweg, vervolgens langs de snelweg het fietspad richting Weerslootpad en gaan de bordjes Ransdorp volgen. Na de volkstuinen openbaart het landschap van Waterland zich in alle glorie. Door het Rijk benoemd tot waardevol cultuurlandschap. Van internationaal belang voor weidevogels als de grutto, de kievit en de tureluur. Toevluchtsoord voor de ringslang en de Noordse woelmuis. Overwinteringsgebied voor tienduizenden wilde ganzen. De toekomst van Waterland is gewaarborgd in de landschapsvisie uit 2001. Hierin spreekt het stadsdeel zich uit voor het versterken van Waterland als natuur- en recreatiegebied, met naast Staatsbosbeheer de boeren als belangrijkste beheerders. Voor Zunderdorp gaat u linksaf de Zunderdorpergouw op, richting Buikslotermeerdijk. U komt nu langs de Stadshoeve, op nummer 29. Gewoon boeren biedt een schrale toekomst, dus verzon boer Albert Hoeve nieuwe bronnen van inkomsten. Zijn biologisch-dynamische boerderij dient als kinderopvang en als natuur-educatiecentrum. Ruim honderd groepen schoolkinderen per jaar komen op de boerderij natuurlessen volgen en boerderijwerk doen. Die weten straks echt wel waar de melk vandaan komt! Honderden mensen komen af op de speciale evenementen als de lammetjeswandelingen en het schaapsscheerdersfeest.
We gaan de Ring weer passeren via de Buikslotermeerdijk. Onder het viaduct ligt een Stobbenwal. Via deze rij van boomstronken kunnen kleine, schuwe dieren als Wezels. Bunzingen en Egels het viaduct passeren. Langs een kale weg durven ze dat niet. U rijdt nu op de < strong>. Bij de tweede weg naar rechts: u komt in het Baanakkerspark. In het Baanakkerspark zijn in 1994 natuurlijke oevers en een kikkerpoel aangelegd. In 1998 volgde een natuurpad met zitbanken die tegelijk kijkdozen zijn. De afdeling Natuur- en Milieueducatie van Amsterdam-Noord kreeg hierbij stevige hulp van de buurtbewoners, die wat moois van hun park wilden maken. Dat is ze aardig gelukt. Vooral in de lente is het een grote bloemenzee in dit park. En er zitten veel kikkers. De afdeling Natuur- en Milieueducatie doet nog veel meer. Ze verzorgen bijvoorbeeld de lessen op de schooltuinen in het Baanakkerspark en ze begeleiden de vrijwilligers die de kleine heemtuin Het Schouw onderhouden. Die heemtuin is best lastig te vinden. Ga in het Baanakkerspark de derde weg naar rechts in over het water, richting Buikslotermeerplein. Meteen rechts ziet u een wat onduidelijk ogende groenpartij. Dat is de heemtuin Het Schouw. De ingang zit aan de achterkant, het is even zoeken. Op een heel klein oppervlak vindt u hier een poel, omgeven door knotwilgen en bramen, een bospad met heksenkruid en nagelkruid erlangs en een duintje met dennenbomen en sint janskruid. Op donderdag is er iemand aanwezig om toelichting te geven. De poel is leuk: er groeien fonteinkruiden en de gele plomp (broertje van de Waterlelie) en het is verbazend om te zien hoe de libellen ook het kleinste watertje weten te vinden. Verderop ziet u het Stadsdeelhuis. Daar eindigt deze fietstocht. U heeft er 25 kilometer opzitten, u bent niet buiten de stadsdeelgrenzen geweest en u heeft toch een behoorlijk frisse neus gehaald. Nu nog hier en daar een cafeetje erbij en wij Noorderlingen hebben echt niets meer te klagen….