PBL: Overheid moet meer doen voor de fiets
14 november 2014 - Wat kan de overheid doen om haar doelen voor een energiekere samenleving en een duurzamere mobiliteit te bereiken? Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), moet de fiets een grotere rol krijgen. Niet verrassend, wel behartenswaardig.
Op verzoek van de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) geeft het PBL in een tussenrapport een voorlopig antwoord op de vraag hoe de overheid het beste kan handelen om een energiekere en duurzamer samenleving te bevorderen. In een van de casestudies over het fietsen krijgt de minister daarvoor 5 “sturingselementen” aangereikt.
De rijksoverheid moet beginnen “met een heldere stellingname, een positieve beeldvorming en prioritering van de fiets boven andere vervoerswijzen vanuit de overheid, in woorden en daden.” Dus stelling nemen tegen de toenemende beeldvorming van de fiets als probleem (vooral het fietsparkeren).
Wat infrastructuur betreft “voorrang geven aan fietsers en autoluwe binnensteden faciliteren.”
Financiële prikkels inzetten om het fietsen naar school en werk te bevorderen. Bijvoorbeeld door werknemers een vast mobiliteitsbudget te geven (waardoor ver van het werk wonen ontmoedigd en fietsen aangemoedigd wordt. En door gratis stadsvervoer (via de OV-kaart) af te schaffen.
Regelgeving die fietsstallen aantrekkelijker maakt dan autoparkeren en de fietser vaker prioriteit geven “boven gemotoriseerde vervoerswijzen bij verkeerslichten”.
Beter gebruik maken van het meldpunt van o.a. de Fietsersbond. En dan niet alleen door “concreet handelen na de meldingen” maar ook door “het analyseren van de gegevens om meer te leren over wat goede en minder goede ontwerpen zijn en welk type verkeerssituaties of infrastructuur de meeste risico’s met zich meebrengen.”
Wij kunnen ons goed vinden in de aanbevelingen, maar dat zal ook niemand verrassen.
-
Zie ook:
NL Fietsland van Rients Dijkstra, Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad
Terug naar de voorpagina
sharethis
[]