Volgens de directeur van het Rijksmuseum moeten de fietsers uit de onderdoorgang. Dat vond hij altijd al, maar nu is het nieuws. Waarom?
Volgens De Volkskrant vindt de directeur de onderdoorgang te mooi om onderdoorgang genoemd te worden; het moet “passage” zijn. Bovendien vormt die passage (die hij dan ineens weer “tunnel” noemt) met de aanliggende entreehallen “de toekomstige passage” (het staat er heus). En dat is “een entree met grandeur” en “een zelfstandige locatie”. In ieder geval “is er geen ruimte voor een openbaar fietspad, zoals het museum tot aan de sluiting in 2003 altijd heeft gekend.”
Het lijkt wartaal, maar wat de directeur wil is duidelijk: zich de onderdoorgang, dan wel passage, dan wel tunnel toeëigenen.
Volgens het Parool voert Pijbes al jaren strijd voor een fietsvrije passage en vindt hij “het tijd dat we redeneren vanuit de bezoekers. Te lang is de discussie gedomineerd, om niet te zeggen gegijzeld, door de fietsers.” Heeft Pijbes wel eens geteld hoeveel bezoekers (ook de buitenlandse) op de fiets naar zijn museum komen?
Het enige echt nieuwe in dit alles is dat hij nu hardop zegt dat de fietsers eruit moeten. En dus dat hij tot nu toe altijd gelogen heeft (wanneer hij dat ontkende). En dus dat hij nu waarschijnlijk ook niet de waarheid spreekt.
Het stadsdeelbestuur heeft inmiddels laten weten niet van plan te zijn de onderdoorgang voor fietsers af te afsluiten.
Zie ook